HOOFDSTUK 15

James

Ik sta stijf van de woede over wat er zojuist gebeurd is. Niet zo zeer om hoe het is afgelopen - want ze hebben hun verdiende loon gekregen - maar wel omdat die klootzakken in de veronderstelling waren dat ze mij konden belazeren.
Waarschijnlijk mag ik van geluk spreken dat Niko erbij was, want anders was het ze wellicht ook nog gelukt om me naar de plek te sturen waar ik thuishoor: de hel. Nu zijn zij in mijn plaats gegaan en dat kan me vrij weinig schelen. De manier waarop dit gegaan is, zit me echter wel nog steeds dwars.
Ik trek mijn zwarte overhemd van mijn lichaam en zie dat het bloed op sommige plekken tot op mijn huid is doorgedrongen. Toch doe ik een poging om mijn handen enigszins af te vegen aan de met bloed bedekte stof, maar daar stop ik meteen mee wanneer ik een keiharde gil hoor.
Fuck! Hoe kon ik Isabel nu in godsnaam vergeten? Ik was haar hele bestaan gewoon volledig vergeten, alsof ik haar nooit ontmoet heb, laat staan dat ze zich op een paar meter afstand in mijn kamer bevindt.
Ik smijt mijn overhemd op de vloer en draai mijn hoofd in de richting van het bed, waar Niko over haar heen gebogen staat. 'Afblijven!' brul ik zo hard, dat het lijkt alsof de vloer onder mijn voeten trilt. Waarschijnlijk is dat slechts mijn eigen adrenaline, die door mijn lichaam raast. Als hij haar ook maar met één vinger aanraakt, dan ben ik bereid om nog meer bloed te vergieten vandaag — ook al is het Niko.
'Wat, kleine broer?' Hij draait zich om en geeft me een knikje. Godver, Isabel is zich vast doodgeschrokken door hoe we er beiden uitzien. Zo te zien trilt ze ook behoorlijk, maar dat is ook niet heel vreemd, aangezien een reus van een kerel - bedekt met bloed - over haar heen leunde. 'Mag ik niet met je speeltje spelen?'
'Ze is geen speeltje.' Ik zet een paar stappen in hun richting en geef Niko een duw, zodat er meer afstand tussen hem en Isabel komt. Nog steeds vind ik dat hij veel te dichtbij staat, dus ik geef hem nog een duw. Hij mag dan misschien ruim tien centimeter groter dan mij zijn, maar ik ben hem altijd de baas geweest. 'Rot op, want je maakt haar bang.'
'Zo heb je ze toch het liefst?' grijnst hij, maar hij zet gelukkig wel een extra stap naar achteren. 'Ik dacht trouwens dat wij altijd alles samen deelden.'
Hij veegt met de rug van zijn hand langs zijn met bloed bedekte gezicht en haalt zijn neus snuivend omhoog. Soms lijkt het erop dat Niko geniet van het gevoel van andermans bloed op zijn huid, terwijl ik niet kan wachten om het van me af te wassen.
'Dit niet,' maak ik hem duidelijk. Ik wijs ondertussen richting de deur en werp hem een waarschuwende blik toe. Ik zet nog een stap opzij, zodat ik zijn zicht op Isabel wegneem. Ik wil niet eens dat hij naar haar kan kijken, als ze op mijn bed zit met alleen mijn shirt dat haar lichaam bedekt. 'En nu oprotten.'
'Ik ga al,' zucht hij en hij houdt zijn reusachtige handen even demonstratief omhoog. 'Maar het lijkt me niet slim om hier rond te blijven hangen. Zal ik een paar havens verder varen? Dan kun jij je ondertussen uitleven op dit.' Hij maakt een kort handgebaar in de richting van Isabel, maar ik sla zijn hand meteen met mijn vuist weg. 'Gast, wat is je probleem?!'
Ik zeg niets meer, maar mijn blik maakt hem duidelijk dat mijn geduld inmiddels echt op is. Hij snuift minachtend en draait zich onder mompelend protest om. Ik hoor dat hij iets zegt in de richting van het is maar een wijf en dat negeer ik met heel veel moeite.
Ik heb immers iets anders aan mijn hoofd nu, namelijk het doodsbange, oranje-harige meisje dat trillend op mijn bed zit. 'Isabel…' Omdat ze verstijfd is en met een afwezige blik staart, leg ik mijn hand tegen haar wang. Het brengt een nog grotere angstreactie teweeg, want ze begint meteen wild om zich heen te slaan. Het metaal van de handboeien klettert hard tegen de stang van het bed.
‘N-n-niet… m-mij… a-aanraken!’ hakkelt ze, bijna onverstaanbaar. Haar grote, amberkleurige ogen kijken naar me alsof ik elk moment een mes tevoorschijn kan halen, waarmee ik haar keel door ga snijden.
'Ik maak je los,' geef ik aan en ik haal ondertussen de sleutels van de handboeien uit mijn broekzak. Ik doe mijn uiterste best om haar niet aan te raken, wanneer ik met mijn bovenlichaam over haar heen reik om de handboeien los te maken, maar om de een of andere reden zet ze zelf haar rechterhand tegen mijn huid. Het lijkt alsof ze me weg probeert te duwen, maar tegelijkertijd zet ze niet echt kracht.
Wanneer ik de handboei rondom haar pols los heb gemaakt, pak ik haar beide handen vast en trek ik haar overeind van het bed. Ondanks haar verzet, krijg ik haar vrij gemakkelijk op haar voeten en kan ik haar even later voor me uit duwen richting de douchecabine.
Ik breng haar weer tot stilstand en blijf achter haar staan, waarna ik zeg: 'Armen omhoog.'
Haar hoofd schiet meteen naar rechts, zodat ze me enigszins aan kan kijken en haar hoofd vluchtig heen en weer kan schudden. De blik in haar ogen is nog steeds angstig en ik zie haar hevig versnelde hartslag in haar hals kloppen.
'Je hebt twee opties, Isabel. Of je gedraagt je en je doet braaf wat ik zeg…' Ik pak de onderste rand van het shirt al in mijn handen, want ik vermoed niet dat ze op dit moment opstandig gaat zijn. Daar is ze veel te bang voor — al weet ik het met Isabel nooit honderd procent zeker. 'Of ik ruk dit shirt van je lijf en dan doe ik je misschien per ongeluk pijn. Het shirt gaat hoe dan ook uit.'
De blik in haar ogen verandert heel even; naar boos. Ze duwt gefrustreerd mijn handen weg en wiebelt even met haar lichaam, waardoor ik het shirt los moet laten. Met een geërgerde zucht trekt ze vervolgens zelf de stof van haar bovenlichaam af en smijt het demonstratief naast haar op de vloer. Ze houdt haar rug naar me gekeerd en heeft haar armen over elkaar geslagen, wellicht als verkapte poging om haar borsten te bedekken.
Blijkbaar had ze drie opties, ook al heb ik haar die niet gegeven.
'Die ook,' zeg ik, terwijl ik met het topje van mijn wijsvinger kort aan de stof van haar slipje trek, waarna ik het terug laat ketsen tegen haar huid. Het liefst trek ik zelf haar kleding uit - want dat voelt voor mij als het uitpakken van een cadeautje - maar het is op dit moment niet mijn bedoeling om haar nog meer overstuur te maken. Het enige wat ik nu wil, is dat fucking bloed van me afspoelen. 'We gaan douchen.'
Aan haar zware ademhaling hoor ik dat ze het er absoluut niet mee eens is, maar ze doet wel wat ik van haar vraag. Waarschijnlijk is het gemeen om er nu misbruik van te maken dat ze doodsbang is, maar ik… ik ben gewoon egoïstisch. Ik heb haar op dit moment even nodig en het lukt me niet om daarbij ook stil te staan bij wat zij zelf nodig heeft.
Zodra ze haar slipje uit heeft getrokken, zijn de rode striemen die ik met mijn riem op haar billen heb aangebracht goed zichtbaar. Ik probeer er niet te lang naar te kijken, want ik kan er nou eenmaal niets aan doen dat ik daar veel te veel van geniet.
Ik ben nou eenmaal een zieke klootzak.
Nadat ik de rest van mijn eigen kleding uit heb getrokken, leid ik haar onder de douche en zet ik de warme kraan open. Haar blik is richting de vloer gefixeerd, waar het heldere water mijn lichaam met een vuurrode kleur verlaat.
'Het is niet jouw bloed,' fluistert ze zachtjes, met haar blik nog steeds naar beneden. Ik moet moeite doen haar te verstaan, onder het gekletter van het douchewater.
'Nee,' antwoord ik en ik til haar hoofd omhoog, door mijn wijsvinger onder haar kin te plaatsen. Haar huidskleur is zojuist nog een paar tinten bleker geworden, al wist ik niet dat dat mogelijk was. 'Kun je niet goed tegen bloed?'
'Jawel.' Ze trekt haar kin los uit mijn vingers en ontwijkt mijn blik meteen weer. 'Ik hou van bloed.' Die uitspraak is zelfs voor mij behoorlijk vreemd. Het klinkt zelfs een beetje luguber. 'Maar niet het bloed van andere mensen. Ik vind dit nogal… goor.'
'Ik ook.' Ik pak haar rechterhand vast en draai haar handpalm naar boven. Daarna pak ik het flesje douchegel van het rekje, om wat op haar hand te spuiten. 'Was het van me af.'
Ze lacht ongelovig, bijna spottend, en schudt haar hoofd. 'Ja, dag! Doe het lekker zelf.'
Ze wil haar hand terug trekken, maar ik klem mijn eigen hand om haar pols en trek haar dichter naar me toe. Haar handpalm - inclusief douchegel - belandt op mijn schouder. Ik adem diep in en klem mijn kaken pijnlijk op elkaar, omdat ik op het punt sta om haar te smeken. Ik durf haar nu niet eens aan te kijken. 'Alsjeblieft…’
Ik weet niet eens waarom ik dit zo graag wil, maar ik heb het opeens gewoon nodig dat zij dit doet. Ik heb haar nodig, hoe hard ik dat ook tegenover mezelf probeer te ontkennen. Haar zachte en onschuldige handen kunnen me misschien een klein beetje laten vergeten wat er allemaal gebeurd is.
En - fuck - wat wil ik graag die beelden uit mijn hoofd krijgen.
'Ik wist niet dat je zo lui bent,' grapt ze. Haar stem klinkt weer zachter, niet meer zo uitdagend en provocerend als zojuist. Ik zie vanuit mijn ooghoek dat ze met haar linkerhand het flesje douchegel van het rekje pakt. 'Laat mijn hand los, anders kan ik niet…'
Ze hoeft haar zin niet af te maken, want ik laat mijn beide armen meteen langs mijn lichaam hangen. Mijn ogen knijp ik dicht en ik probeer me alleen te concentreren op de plekken waar haar handen mijn huid raken.
'Jamie, wie eh… is die man?' vraagt ze na een tijdje, terwijl haar handen nog steeds uitgebreid - maar zachtjes - alle sporen van eerder van me afspoelen. 'Ik neem aan dat hij niet echt je broer is, ook al noemde hij je zo.'
'Hij is geen biologische familie.' Ik leun wat naar achteren, zodat mijn rug de koude wand van de douchecabine raakt. Isabel is ondertussen bezig met het schoonmaken van mijn handen, een taak die ze nogal serieus lijkt te nemen. 'Ik ben met hem opgegroeid, dus hij is wel soort van familie.'
Soort van. Ik weet niet eens waarom ik dat zeg. Niko is de enige familie die ik heb - en tevens ooit heb gehad - en andersom geldt hetzelfde, al heeft hij wel ooit een familie gehad.
'Hoe lang kennen jullie elkaar al?'
'Vijftien jaar.' Ik was elf toen ik Niko voor het eerst ontmoette, hij was veertien. Ik werd op dat moment door vier oudere jongens afgetuigd, omdat ik van hun gestolen had. 'Hij heeft mijn leven gered.'
'Echt?' Ze klinkt alsof ze moeite heeft om dat te geloven, wellicht door de manier waarop ze zojuist met hem kennis heeft gemaakt.
'Hij heeft vandaag ook mijn leven gered.'
Ze stopt spontaan met het schoonmaken van mijn handen, al blijft ze mijn hand nog wel vasthouden. Haar ogen kijken voorzichtig omhoog naar de mijne, alsof ze twijfelt of ze me wel aan wil kijken. 'Wat is er vandaag gebeurd?' Ze fluistert opeens weer, alsof haar angst weer terug is gekeerd.
'Wil je dat echt weten?'
Haar lippen bewegen even, alsof ze op het punt staat om iets te zeggen, maar ze bevriest meteen daarna. Vervolgens blijft ze me een paar seconden vertwijfeld aankijken. 'Ik weet het niet zeker,' geeft ze eerlijk toe. 'Heb je…' Ze slikt een paar keer, omdat het haar overduidelijk moeite kost om de woorden uit haar mond te krijgen. 'Heb je iemand… vermoord?'
Ik knik.
Haar pupillen verwijden en haar wenkbrauwen schieten een klein beetje omhoog. Ze laat onmiddellijk mijn hand los en zet een stap naar achteren, waardoor ze met haar rug tegen de wand van de douchecabine opbotst. 'Niet doen!' snauwt ze, wanneer ik haar arm wil vastpakken om te voorkomen dat ze valt. Ze houdt haar linkerarm vooruit gestrekt, met haar hand omhoog, als een soort stopteken. 'Blijf van me af!'
Ik leun weer naar achteren, met mijn rug tegen de andere wand, om de afstand tussen ons zo groot mogelijk te maken. Niet omdat ik dat wil, maar voor haar.
'Waarom?' fluistert ze na een korte stilte. Ze kijkt me aan alsof ze het daadwerkelijk probeert te begrijpen, maar we weten beiden dat dat nooit zal gebeuren. Zij is anders dan ik. Ik heb geen idee waar zij opgegroeid is, maar ik weet zeker dat het een andere wereld is dan die mij bekend is. 'Waarom doe je in godsnaam zoiets?'
'Omdat ik anders zelf nu dood was.'
In dit geval was het doden of gedood worden en dan is de keuze meestal heel gemakkelijk. Dit is in het verleden echter niet altijd het geval geweest, want ik heb ook levens beëindigd, zonder dat mijn eigen leven op dat moment in gevaar was.
Dat kan ik Isabel niet uitleggen. Fuck, ik kan haar dít waarschijnlijk niet eens uitleggen. Ik kan niet van haar verwachten dat ze dit soort dingen begrijpt en ik denk dat ik het niet eens wil. Zij hoort dit soort shit niet te begrijpen.
'Ik…' Ze schudt haar hoofd, sluit haar ogen even en ademt diep in via haar neus. Daarna opent ze de deur van de douchecabine en mompelt, terwijl ze al naar buiten vlucht: 'Ik moet even alleen zijn.'
Het liefst hield ik haar tegen of ging ik meteen achter haar aan, maar ik denk dat het beter is om haar weer even wat ruimte te geven. Hopelijk draait ze dan vanzelf bij… als dat nog mogelijk is.

Ik leun tegen de reling van het bovenste dek en steek de sigaret aan die Niko me zojuist heeft toegegooid. Ik rook niet vaak, maar op dit moment is wat nicotine meer dan welkom.
'Mag je wel roken van je vriendinnetje?' plaagt hij op een kinderlijk toontje, waarop ik de aansteker keihard richting zijn hoofd mik. Hij vangt hem grinnikend op en stopt hem weg in de broekzak van zijn jeans — nog steeds dezelfde jeans, vol met bloed.
'Ze is mijn vriendin niet,' mompel ik chagrijnig, terwijl ik een hijs van de sigaret neem.
Hij rolt met zijn ogen en ploft neer op het bankje achter het stuurwiel. Zijn voeten - inclusief zijn laarzen vol bloedspetters - plaats hij op de reling voor zich, waarna hij onderuit zakt, zijn sigaret tussen zijn lippen steekt en zijn knokkels kraakt. 'Waarom mag ik dan niet met d’r spelen?'
'Omdat ze van mij is.'
Hij draait zijn hoofd en kijkt me met gefronste wenkbrauwen aan, met een blik alsof ik mijn verstand verloren heb. 'Wat de fuck betekent dat nou weer?'
Ik haal mijn schouders omhoog, want ik ben er zelf ook nog niet helemaal achter wat het precies betekent. Het is gewoon zo. 'Ik wil haar niet delen. Met niemand.'
'En hoe zit dat andersom?' Hij neemt nog een laatste hijs van zijn sigaret en schiet vervolgens de brandende peuk richting de zee. 'Ga jij nu ook geen andere wijven meer neuken?'
'Weet ik veel.' Daar heb ik nog helemaal niet over nagedacht, aangezien mijn gedachten nog geen seconde niet bij Isabel zijn geweest. Dat is echter niet zo gek, aangezien ik in de tussentijd ook geen enkele andere vrouw gezien heb. 'Ik ken haar pas een paar dagen en ik word nu al knettergek van haar. Ze is net een fucking klein kind.'
'Aha…' Hij komt grinnikend overeind van het bankje en geeft een harde stomp tegen mijn schouder. 'Ik ga maar eens douchen.'
Ik word meteen overvallen door een sterk gevoel van wantrouwen, ondanks dat Niko de enige persoon ter wereld is die ik enigszins vertrouw. 'Niko, als je haar met één vinger aanraakt, dan…'
'Rustig maar, kleine broer.' Ik krijg wederom een stomp tegen mijn schouder. Deze keer zo hard dat hij even de lucht uit mijn longen slaat. 'Ik blijf wel van je meisje af.'