PROLOOG

Ik trek de riem langzaam maar strak omhoog, waardoor haar hoofd naar achteren kantelt en die prachtige groene ogen vol verwachting naar me opkijken. Haar mascara is uitgelopen en de knalroze kleur die eerder nog zo netjes haar lippen bedekte is vervaagd en uitgesmeerd op het gebied rondom haar mond. De roze kleur zal ik vast op bepaalde plekken van mijn eigen lichaam terugvinden.
Ze hijgt een beetje, wat niet gek is, aangezien ik haar niet heb gespaard. Ik ben ook niet van plan om dat ooit te doen. Dit is hoe ik ben en dat weet ze. De verwachtingen van elkaar zijn duidelijk.
Met de riem nog steeds strak gespannen, laat ik de vingers van mijn andere hand door haar donkere haren gaan. ‘Braaf meisje.’
Haar ogen twinkelen door die woorden, alsof ik haar het grootste compliment ooit heb gegeven. Dat is in principe ook zo, want op dit moment hoort ze enkel bezig te zijn met het bevredigen van al mijn behoeftes. En indirect ook haar eigen behoeften, want zij wil dit net zo graag. Ik haal er geen kick uit om dit soort dingen met vrouwen te doen die dit zelf niet willen, dat is niet mijn ding. Ik eis volledige, vrijwillige overgave en daar ben ik altijd vanaf het begin heel duidelijk in. Vrouwen die dat niet willen, weten waar de deur is.
En dit exemplaar dat nu voor me op haar knieën zit is zo gewillig als een verwaarloosde puppy die om aandacht smeekt van haar baasje. Ze kijkt naar me alsof ik haar hele wereld ben en ze bereid is om alles te doen wat ik van haar verlang.
Verdomd perfect, dus.
Mijn hand zakt van haar haren af naar haar jukbeen en dan naar haar mond, die nog steeds een klein beetje open hangt. Ik strijk met het kussentje van mijn duim over haar onderlip en steek hem daarna in haar mond, waar ze me met de warmte van haar tong verwelkomt. ‘Ik denk dat jij wel een beloning hebt verdiend, of niet?’