HOOFDSTUK 6

Norah

Het is maandag en godzijdank was er laat in de middag nog een plekje vrij bij mijn vaste kapper. De tarieven hier liggen eigenlijk ver buiten mijn budget, maar ik voel een dringende behoefte om weer mezelf te zijn. Sinds zaterdag voel ik me namelijk raar, alsof er iets in mij is veranderd. Ik weet niet of dat komt door het feit dat de liefde van mijn leven een baby krijgt met iemand anders, dat mijn beste vriendin een trut blijkt te zijn of omdat ik ben aangevallen door een of andere freak die dacht dat ik een hoer was.
Of misschien komt het wel doordat ik een jaartje ouder ben en mijn laatste jaar als twintiger nu officieel van start is gegaan. Nog driehonderddrieënzestig dagen.
Mijn verjaardag heeft in ieder geval nog iets goeds opgeleverd, want de cupcakes en cakepops die ik bijna een uur te laat afleverde vielen in de smaak bij zowel mijn klanten als de gasten. Ik heb gisteren maar liefst vijf nieuwe aanvragen binnengekregen van mensen die onder de indruk waren van mijn Paw Patrol creaties.
Allemaal mensen die in Wassenaar wonen.
Waar hij ook woont.
Wie bestelt er nou een hoer op zaterdagochtend? Ik bedoel, wie bestelt er überhaupt een hoer, maar als je die behoefte al voelt, dan doe je dat toch op een avond of zo? En waar haalt hij hoeren vandaan die bereid zijn om dat soort dingen te doen? Werken die voor een speciaal bedrijf?
Ik weet niet eens waarom ik me dit allemaal afvraag. Om de een of andere reden gaan mijn gedachten telkens weer terug naar wat er in dat huis is gebeurd. De afgelopen twee nachten heb ik er zelfs over gedroomd en ik zou liegen als ik zou beweren dat het nachtmerries waren. Het zijn fijne dromen, veel te fijne dromen, waarin het heel anders afloopt dan hoe het in werkelijkheid is gegaan.
Ik ben een paar keer zeiknat wakker geworden en dan bedoel ik niet zeiknat van het zweet. En ja, ik heb inmiddels ook de mini vibrator die ik voor mijn verjaardag heb gekregen geprobeerd om mezelf weer in slaap te krijgen en vervolgens weer in dezelfde droom te vervallen.
Het voelt raar, want toen het gebeurde vreesde ik met momenten voor mijn leven, dus hoe kan ik er in mijn dromen dan in godsnaam zo van genieten? En waarom houdt de freak me zo bezig?
Ik noem hem na zaterdag de freak, omdat hij overduidelijk geen hot daddy is. Ik heb de echte daddy gezien toen ik mijn bestelling afleverde en, nou… laten we zeggen dat hij er een stuk minder appetijtelijk uitzag. Hij had daarentegen wel betere manieren.
Ik duw de deur van de kapsalon open en het belletje dat erboven hangt kondigt mijn komst aan. Mijn vaste kapper Ray is een man aan het knippen en gaat daar blindelings mee verder als hij zijn hoofd naar mij draait. Hij kijkt afkeurend naar mijn haren, die wederom in een losse knot op mijn hoofd bungelen. ‘Meid, wat ben ik blij dat ik dat plekje voor je heb vrijgemaakt.’ Hij stopt met knippen en wijst tuttig met zijn vinger naar me. ‘Dit kan echt niet meer.’
‘Ik weet het,’ verzucht ik.
‘Ga alvast zitten.’ Hij zwiept zijn lange krullen, waar menig vrouw jaloers op zou zijn, naar achteren en wijst over zijn schouder naar een lege stoel. ‘Ik maak dit even af en dan kom ik bij je,’ zegt hij, terwijl zijn schaar weer razendsnel in het haar begint te knippen van de man die voor hem zit.
Ik trek mijn zomerjasje uit en neem plaats op de stoel. Mijn jasje leg ik met mijn handtas op de vloer en om de tijd een beetje te doden pak ik mijn telefoon erbij. Ik verstijf echter als ik in mijn handtas graai en mijn middelvinger zich vasthaakt in een van de gespen op de halsband. Misschien klinkt het gek, maar ik durf dat ding niet alleen thuis achter te laten. Ik ben denk ik bang dat iemand hem vindt, al zou ik niet weten wie. Een inbreker of zo. Of de brandweer, als het gebouw in brand zou vliegen. Dus ja, nu heb ik dat ding bij me en daardoor moet ik weer aan de freak denken.
Aan die prachtige oceaanblauwe ogen.
Zijn sterke handen.
Zijn mond…
‘Wil je misschien een kopje koffie?’
Ik schrik me dood en trek snel mijn hand terug uit mijn handtas. Naast me staat een van de andere kappers, een vrouw met lilapaars haar en een bezem in haar hand. Mijn wangen worden warm, al denk ik niet dat ze heeft gezien wat er in mijn handtas zit. ‘Nee, bedankt,’ antwoord ik, vooral om snel van haar af te zijn. Eigenlijk kan ik wel een kop koffie gebruiken, want ik heb de afgelopen twee nachten nogal wat uurtjes slaap ingeleverd dankzij de freak.
De vrouw met het paarse haar gaat verder met het opvegen van haarrestjes en ik prop de halsband wat verder weg in mijn tas, onder de rest van mijn spullen. Het was stom om dit ding mee te nemen. Misschien moet ik ‘m gewoon weggooien.
Of terugbrengen.
Die gedachte is al meer dan eens in me opgekomen, maar dat ben ik echt niet van plan. Het angstzweet breekt me uit als ik eraan denk om terug naar dat huis te gaan, want hoewel het een prachtig landgoed was, heb ik er meer dan genoeg van gezien.
Wat zou hij voor werk doen? Hij moet wel een hoop geld verdienen om zo’n huis te kunnen bekostigen. Of misschien is hij een rijke erfgenaam of zo.
Stop met aan hem te denken.
Ik pak mijn telefoon erbij en druk op de knop om mijn scherm te ontgrendelen. De meldingen van Mark en Karlijn veeg ik weg. Ik begrijp niet waarom Mark me nog appt. Hij krijgt een baby met Jenny, dus what the hell verwacht hij nou van mij? Dat ik vrienden met hem wil zijn?
Ik open Facebook en bovenaan mijn tijdlijn staat een herinnering van tien jaar geleden, waarvan Facebook dacht dat ik het wel leuk zou vinden om dit te zien. Meestal word ik niet blij van deze suggesties, omdat ik niet herinnerd wil worden aan de tijd toen ik jong en onverstandig was, maar ditmaal is dat anders.
De foto die mijn scherm vult is heel toevallig hier gemaakt, vlak voor de deur van de kapsalon. Ik had mijn haren voor het eerst geblondeerd en had me laten verleiden om er een lichtroze spoeling overheen te doen. Toen ik die avond met Mark op date ging lachte hij me uit en zei hij dat het leek alsof ik een hele slechte carnavalspruik droeg, waardoor ik die nacht zo vaak mijn haren met Head & Shoulders heb gewassen dat de kleur de dag daarna ver verdwenen was.
Bah, wat is Mark eigenlijk een eikel.
Toen ik hem leerde kennen was ik altijd een beetje opstandig, impulsief en wild, maar in mijn relatie met hem kreeg ik daar de kans niet meer voor. Hij zei vaak letterlijk dat ik me moest gedragen en ik was altijd zo bang dat hij het zou uitmaken, dat ik deed wat hij zei. Ik deed alles wat hij zei en alsnog zette hij me aan de kant.
Oké, stop. Ik wil helemaal niet meer aan hem denken.
Ik heb een vriendschapsverzoek van Jordy, die ik accepteer en ik maak ook gelijk van de gelegenheid gebruik om rond te neuzen op zijn profiel. Verdorie, die kerel heeft echt een prachtig lijf. Mooier dan Mark. Of de freak. Niet dat deze laatste een verkeerd lichaam had, maar voor mij telt een karakter ook mee. Jordy is aardig, want ik heb in het weekend een paar keer met hem geappt en hoe hij zich gedraagt maakt hem honderdkeer mooier dan iemand die in zijn vrije tijd vrouwen bespuugt.
‘Meid, vertel,’ onderbreekt Ray mijn gedachten. Hij komt achter me staan en trekt de elastiek uit de losse knop op mijn hoofd, waarna hij mijn haren met zijn vingers losschudt en erdoorheen kamt. Hij bekijkt mijn uitgroei met een kritische blik. ‘Wat is er in godsnaam met jou gebeurd?’
Ik leg mijn telefoon op mijn schoot en kijk hem aan via de spiegel. Normaal gesproken zou ik elke kans aangrijpen om het over Mark te hebben, maar nu voel ik die behoefte helemaal niet. ‘Ik heb mezelf verwaarloosd,’ antwoord ik daarom, wat ook zeker geen leugen is. Ik doel echter niet alleen op mijn uitgroei, maar op mijn gehele persoonlijkheid.
Mark viel op blond, dus ik verfde mijn haren.
Mark hield niet van piercings, dus ik haalde mijn neus- en navelpiercing eruit.
Mark vond slanke vrouwen aantrekkelijk, dus ik dook de sportschool in.
Ik wilde zo graag perfect zijn voor hem, dat ik er alles aan deed om aan zijn standaarden te voldoen. Ik weet niet of dat aan hem lag of aan mij, want het is niet zo dat hij me ooit ergens toe gedwongen heeft of zo, maar dat verandert niets aan het feit dat er weinig over is van de persoon die ik was voordat ik hem leerde kennen. Oké, ik ben natuurlijk geen negentien meer en sommige veranderingen zijn positief, maar… ik weet niet. Ik vraag me nu wel een beetje af hoe ik was geworden als ik hem niet had leren kennen, als ik alleen was gebleven.
Misschien was ik dan wel in de goot beland.
Maar misschien had ik het ook wel gewoon gered.
En heel misschien was ik wel een leuker persoon geworden zonder hem.
‘Wat gaan we hier aan doen?’ vraagt Ray, die een borstel uit de zak van zijn kappersschort trekt en een paar klitten uit mijn haren kamt. ‘Uitgroei bijverven en puntjes bijknippen?’
Dat is wat ik in de afgelopen tien jaar elke keer vroeg als ik hier kwam, want na mijn roze coupe durfde ik geen fratsen meer uit te halen. ‘Nee,’ antwoord ik in een opwelling. ‘Ik wil eens iets anders.’
Zijn blik komt omhoog van mijn uitgroei en hij kijkt met opgetrokken wenkbrauwen naar de spiegel. ‘Iets anders?’
Ik knik en pak mijn telefoon erbij, waarop ik hem de Facebook-herinnering van tien jaar geleden laat zien. In mijn onderbuik fladdert een enthousiaste kriebel, die me nog zekerder maakt van mijn besluit. ‘Ik wil dat je mijn haar roze verft.’