HOOFDSTUK 25

James

In de ochtend doe ik mijn best om Isabel niet te wekken, al is dat niet heel moeilijk, aangezien ze een behoorlijk vaste slaper is. We hebben vannacht amper geslapen, aangezien ze er maar geen genoeg van kon krijgen - ikzelf overigens ook niet - dus ik kan me voorstellen dat ze vandaag bekaf is.
Dat geeft mij mooi de gelegenheid om naar Sebastian op zoek te gaan en voorgoed met die klootzak af te rekenen, zonder dat ik verantwoording aan Isabel hoef af te leggen. Ik hoop eigenlijk dat ze doorslaapt, totdat ik terugkom.
Voordat ik de slaapkamer verlaat, laat ik een briefje voor haar achter - voor het geval ze toch wakker wordt in de tijd dat ik weg ben - waarop staat dat ze de boot niet moet verlaten en dat ik zo terug ben. Ik druk een zachte kus tegen haar wang en werp ik een blik op de letter J die in haar pols geïnkt is. Het maakt me fucking trots dat ze dat heeft gedaan, ook al was het misschien een enorme impulsieve actie van haar. Ik hoop dat de volgende keer wanneer ze de drang voelt om haarzelf te pijnigen, die letter haar ervan kan weerhouden om het daadwerkelijk te doen. Want ook al heeft ze me gisteren beloofd dat ze het niet meer zal doen, ik weet dat de kans groot is dat haar dat niet meteen helemaal zal lukken.
Wanneer ik het dek op loop, staat Niko al op me te wachten. Hij werpt een geërgerde blik op zijn horloge, waarschijnlijk omdat ik een half uur later ben dan we hadden afgesproken. ’Ik dacht dat we om zeven uur zouden vertrekken?'
Ik haal mijn schouders op en stop mijn wapen weg onder de achterzijde van mijn shirt. Niko is altijd nogal nauwkeurig als het over tijdsafspraken gaat, maar hij moet het maar voor een keer door de vingers zien. 'Ik heb niet zo veel geslapen.'
'Goh… en ik wel, wil je zeggen?' Hij heeft overduidelijk een ochtendhumeur, maar dat is niet zo erg. Die ergernis mag hij zometeen allemaal op Sebastian botvieren. 'Jullie hebben mij ook de hele nacht wakker gehouden. Godver, man, die Isabel kan nogal…'
'Pas op,' waarschuw ik hem.
'Ach, fuck jou.' Hij steekt zijn middelvinger naar me omhoog. 'Dan moet je er de volgende keer maar voor zorgen dat ze stil is.'
Geen denken aan. Ik vind het namelijk veel te leuk, hoe luidruchtig en schaamteloos ze op dat soort momenten is. 'Laten we gaan,' praat ik er overheen, want ik ben niet van plan om het gekreun van Isabel met Niko te bespreken. Het gaat hem geen zak aan.
'Weet je waar die klootzak is?'
Ik knik, want ik heb een locatie doorgekregen van een betrouwbare bron. Ik hoop echter wel dat Isabel zich gisteren daadwerkelijk vergiste, toen ze hem dacht te zien in Havana. De locatie die ik door heb gekregen, bevindt zich namelijk buiten de stad.
Niko heeft - zoals afgesproken - een auto geregeld, waarmee we de locatie zo snel mogelijk kunnen bereiken. 'Weet je eigenlijk waarom hij Maya opgehangen heeft?' vraagt hij wanneer we beiden in zijn gestapt en hij de motor start.
'Ik heb iets wat hij wil.'
'Isabel?' vraagt Niko, terwijl hij de auto in zijn achteruit de parkeerplek afrijdt.
'Isabel heeft een ketting met een diamant van haar vader geërfd, waar hij in geïnteresseerd is,' leg ik hem uit. 'Dat ding is miljoenen waard.'
'Aha, daarom zat die man in San Juan achter haar aan,' concludeert hij zelf. Ik heb hem in San Juan niets uitgelegd - want dat is ook niet nodig bij Niko - alleen dat hij Isabel in de gaten moest houden. Als ik zoiets van hem vraag, doet hij dat zonder vragen te stellen. 'Ik dacht al dat ze een gouden kutje had, maar nu begrijp ik waarom al die mannen geïnteresseerd zijn in haar.'
Ik klem mijn kaken op elkaar en wil bijna naar hem snauwen dat ze wel een gouden kutje heeft, maar ik besef net op tijd dat ik het absoluut niet met Niko over Isabels geslachtsdeel wil hebben. 'Ik niet,' bits ik daarom alleen maar.
'Dat weet ik, kleine broer. Jij houdt van haar.'
Ik wil hem het liefst uitlachen en tegenspreken - want ik hou van helemaal niemand - maar het lukt me om de een of andere reden niet.
Hou ik van haar?
'Waarom laat je haar eigenlijk met zo een duur sieraad rondlopen?' onderbreekt Niko mijn gedachten. 'Dat is toch vragen om problemen?'
'Ik heb die ketting vervangen met een replica, maar Isabel weet dat niet,' beken ik. Het komt wellicht gemeen over, dat ik dit achter haar rug gedaan heb, maar mijn bedoelingen zijn allesbehalve gemeen. Het enige wat ik wil is haar beschermen en zorgen dat ze het erfstuk van haar vader niet kwijtraakt. 'De echte ligt in mijn kluis.'
'Misschien moet je haar dat wel vertellen.'
Ik begrijp waarom hij dat zegt en ergens ben ik het wel met hem eens, maar ik weet niet zeker of het verstandig is om het haar te vertellen. Ik twijfel er namelijk niet over dat ze dan woedend op me wordt. 'Laten we eerst maar eens die fucking Sebastian uit de weg ruimen, zodat hij geen gevaar meer voor haar vormt.'

 

Na een klein uurtje rijden, arriveren we op de locatie die ik van mijn bron heb gekregen. Het is een oud en bouwvallig gebouw, aan de rand van een bebost gebied. Mijn gevoel zegt me al meteen dat er iets niet klopt.
'Weet je zeker dat het hier is?' vraagt Niko, die overduidelijk hetzelfde gevoel heeft.
'Het zou hier moeten zijn.' Ik open mijn portier en stap uit de auto, om vervolgens de omgeving eerst enigszins te verkennen. Er is niet veel te zien en al helemaal niets te horen — op wat gefluit van wat vogels na. We bevinden ons in de middle of fucking nowhere. 'Het lijkt er op dat hier niemand is.'
'Laten we binnen gaan kijken,' stelt Niko voor en hij loopt al over het dicht begroeide pad richting de voordeur. Ik zie dat hij zijn wapen in zijn hand neemt, iets wat ik al had gedaan toen ik de auto uit stapte. 'Zie je dat slot?' vraagt hij, als we dichterbij komen.
'Ja.' Om de vervallen voordeur hangt een grote ketting met een dik hangslot. Het ziet er echt naar uit dat deze plek al langere tijd verlaten is. 'Godverdomme!'
'Wie heeft gezegd dat hij hier zou zijn?' vraagt Niko, terwijl hij nog een blik door de met stof bedekte ramen probeert te werpen. Er is echt geen enkele beweging bij dit pand te detecteren.
'Iemand waar we op de terugweg maar eens moeten langsrijden,' grom ik. Mijn betrouwbare bron is blijkbaar helemaal niet zo betrouwbaar en daar mag zeker een consequentie aan vastzitten. Niemand komt er mee weg om mij te naaien. 'Laten we maar weer teruggaan. Dan pleeg ik ondertussen wat telefoontjes, waardoor ik er hopelijk achter kom waar hij wel zit.'
Kutzooi. Ik hoop niet dat dit betekent dat hij zich bij Camila bevindt, aangezien zij hier nogal wat connecties heeft en deze klus dan meteen een stuk ingewikkelder wordt. In dat geval is het geen kwestie van slechts met Sebastian afrekenen, maar het opnemen tegen een klein leger aan mensen waarmee Camila samenwerkt.