HOOFDSUK 5

James

Nog voordat ik iets kan zeggen of anderszins kan reageren, springt Isabel overeind en gooit ze de lap vlees van haar verstuikte enkel. Van pijn lijkt ze op dit moment geen last meer te hebben - waarschijnlijk camoufleert de adrenaline dat gevoel nu - want ze spurt razendsnel richting de achterzijde van het dek, waar zojuist de schreeuw vandaan kwam.
Ik ben ervan bewust dat het Sebastian is en dat hij haar waarschijnlijk komt ophalen. Ik had hem alleen absoluut niet hier verwacht. Misschien heb ik me te veel door Isabel af laten leiden, of ben ik er gewoon te snel vanuit gegaan dat hij haar niet belangrijk genoeg zou vinden om moeite voor te doen.
Zo snel als ik kan pak ik een van mijn wapens - een pistool die ik onder het zitvlak van de grote bank bij de eettafel verstopt heb - en snel ik achter haar aan naar buiten. Onderweg stop ik het pistool in de achterzijde van mijn broek, want misschien heb ik het helemaal niet nodig.
Al meteen zie ik Sebastian en Camila op de kade staan, al is Camila hier duidelijk niet vrijwillig. Sebastian houdt een groot koksmes in zijn linkerhand, welke hij tegen Camila’s keel drukt. Zijn rechterhand is stevig in haar lange, zwarte haren verstrengeld, waardoor ze geen kant op kan.
Misschien zou ik - als ik een normaal mens was - medelijden met haar moeten voelen, maar dat is niet het geval. Het feit dat ze hier zijn, betekent namelijk dat Camila haar grote bek niet heeft kunnen houden en Sebastian heeft verteld over mijn betrokkenheid in dit geheel. Ze heeft hem verdomme zelfs naar mijn boot geleid.
Maya staat aan de rand van het dek en maakt met haar ontblote tanden duidelijk dat niemand dichterbij moet komen. Gelukkig is Isabel daardoor ook genoodzaakt om afstand te houden en staat ze niet al te dichtbij Sebastian en Camila.
'Nee, rot op!' krijst Isabel naar Sebastian. 'Jij bent echt helemaal gek geworden!'
Blijkbaar is er al het een en ander gezegd, wat ik niet gehoord heb. Het heeft er in ieder geval voor gezorgd dat Isabels knieën knikken en haar benen behoorlijk trillen. Ik voel een sterke neiging om mijn armen om haar heen te slaan en haar te beschermen - tegen wie dan ook - maar ik houd mezelf in, aangezien die gedachte nergens op slaat.
Toch kan ik het niet laten om haar aan te raken, dus leg ik mijn hand op haar onderrug en haar blik schiet meteen geschrokken mijn kant op. Haar grote, amberkleurige ogen zien er glazig uit, alsof ze elk moment in tranen kan uitbarsten.
'Ga naar binnen,' zeg ik op een zachte, doch dwingende toon. Ik wil niet dat ze hier blijft staan als die freak met een mes staat te zwaaien. 'Ik regel dit wel.'
Ik zie twijfel in haar ogen, maar voor even denk ik dat ze mijn verzoek inwilligt, tot Sebastian roet in het eten gooit, door te roepen: 'Waar bemoei jij je mee?!'
Hij heeft waarschijnlijk gelijk, want dit zijn mijn zaken helemaal niet, maar alsnog kan ik me hier niet buiten houden. Dat hij Camila bedreigt interesseert me vrij weinig, maar bij Isabel wekt het een heel ander gevoel bij me op, ook al staat hij redelijk ver bij haar vandaan.
Hij wijst met de punt van zijn mes naar Isabel, zijn andere hand nog steeds verstrengeld in het haar van Camila. 'Isabel, hier komen!'
Mijn rechterhand tintelt, jeukt bijna, omdat ik de neiging voel om mijn pistool te trekken en meteen een einde aan deze onzin te maken. Geduld is absoluut niet mijn sterkste eigenschap en ik heb al voor minder redenen een einde aan iemands leven gemaakt. Dat is ook niet wat me tegenhoudt.
Isabel is degene die me tegenhoudt.
Ik weet namelijk dat ik haar kwijt ben - nog voordat ik haar überhaupt gehad heb - als ik recht voor haar ogen de man doodschiet waar ze het afgelopen jaar een relatie mee heeft gehad. Dat besef maakt me woedend, misschien zelfs een tikkeltje jaloers, omdat dat in mijn ogen ook zou betekenen dat ze nog iets om die sukkel geeft.
'Sebastian, waar ben je nou mee bezig?' Isabels stem trilt - ook al doet ze haar uiterste best om dat te verbergen - en ik zie dat ze een stap naar voren wil zetten. 'Je krijgt me hier niet mee terug.'
'Jou terugkrijgen?' Sebastian lacht vals en schudt zijn hoofd. Ik begin me nu wel af te vragen wat hij hier komt doen, als het niet zijn intentie is om Isabel terug te krijgen. 'Zo speciaal ben je ook weer niet, hoor.'
Hij beledigt haar en om de een of andere reden kan ik dat totaal niet verdragen. Voordat ze daadwerkelijk een stap naar voren kan zetten, zet ik een flinke pas vooruit en ga ik half voor haar staan, zodat ik haar weg blokkeer. Ik weet dat ze daardoor helaas wel zicht krijgt op mijn pistool, want ik hoor dat ze scherp en paniekerig inademt.
Het is te hopen dat Sebastian er net zo van schrikt, zodat ik mijn wapen niet daadwerkelijk hoef te gebruiken. Ik pak het met mijn rechterhand en richt het zonder enige twijfel op hem, waardoor ik wederom een scherpe, haperende inademing van Isabel hoor. Deze keer maakt ze zelfs een angstig, piepend geluidje.
'Als ze toch niet zo speciaal is, kun je net zo goed vertrekken.' Ik klink nog kalm, maar binnenin mij woedt een storm. Ik wend mijn hoofd vluchtig naar links en kijk Isabel kort aan. 'Ga alsjeblieft naar binnen.'
'Ach, ga jij nu haar redder in nood spelen?' lacht hij met een sarcastische ondertoon. Hij spreekt opeens Spaans tegen me, terwijl hij zojuist tegen Isabel Engels sprak. 'Jij weet net zo goed als ik dat er niks speciaals aan haar is. Ze heeft iets speciaals, ja, maar dat is een ander verhaal.'
'Wat?' Zijn uitspraak verwart me heel even, want ik heb geen idee waar hij op doelt.
'De reden waarom jullie…' Hij kijkt even naar Camila en drukt het snijvlak van het mes wat steviger tegen haar keel, waardoor er een straaltje bloed via haar hals naar beneden loopt. De angst in haar ogen is duidelijk zichtbaar, maar ze geeft verder geen kik. Iemand als Camila is wel wat ergers gewend dan dit. 'in mijn huis waren.'
Camila - dat kutwijf - heeft blijkbaar behoorlijk veel informatie aan Sebastian verstrekt, want ik heb geen idee hoe hij anders moet weten waarom wij in zijn huis waren. De kans dat hij bluft, bestaat echter ook nog, dus ik doe alsnog alsof ik niet weet waar hij het over heeft. 'Waarom waren wij in je huis?'
'Waarom waren jullie in mijn huis,' herhaalt hij hoofdschuddend. Hij begint te lachen, op een luidruchtige manier, alsof ik zojuist een ontzettend goede grap heb verteld. 'In ieder geval niet omdat dit sletje zoveel interesse in mij had. Toch, Camila?' Hij geeft een ruk aan haar haren, waardoor haar hoofd in een pijnlijke positie naar achteren wordt getrokken. 'Ga jij vertellen waarom jullie in mijn huis waren, of zal ik het doen?'
Camila houdt haar lippen stijf op elkaar en haar ogen onophoudelijk op mij gericht, alsof ze me zonder woorden om hulp vraagt. Pech voor haar, want nu ik weet dat ze haar mond voorbij heeft gepraat, ben ik al helemaal niet meer van plan om haar te helpen.
'Oké, dan vertel ik het wel,' Sebastian is inmiddels weer overgegaan op Engels en wanneer hij verder praat, wordt duidelijk waarom. 'Isabel, liefje, let je even op,' Die fucking belachelijke koosnaam wekt een immense woede in me op, 'want deze twee willen heel graag iets hebben wat van jou is. Iets wat jij van je pappie gekregen hebt.'
Voor mij beginnen de puzzelstukken nu langzaamaan op hun plek te vallen, al begrijp ik dat voor Isabel het puzzelen nu pas begint.
'Die roze diamant,' gaat Sebastian verder en ik kijk vanuit mijn ooghoek vluchtig naar Isabel. Ze kijkt verbijsterd richting Sebastian. 'Je hebt hem meegenomen, hè liefje? Dat was niet zo slim van je.'
'W-wat?' hoor ik Isabel zacht en beduusd uitbrengen.
'Weet je wat? Ga jij nou maar die diamant halen en geef hem aan mij, dan lossen wij…' Hij wijst naar Camila en mij, 'dit samen op en dan mag jij gewoon gaan. Jij boeit namelijk niemand iets, liefje.' Hij is veel te zelfverzekerd voor iemand die op dit moment onder schot wordt gehouden. Waarschijnlijk heeft hij geen flauw benul wie ik ben of waartoe ik in staat ben, want dan praatte hij niet zo. 'Ga die diamant halen, Isabel, hup!'
'Niet doen,' zeg ik voordat Isabel zelf de kans krijgt om op zijn bullshit te reageren. Ik draai mijn hoofd weer naar links en probeer deze keer oogcontact met haar te maken. 'Luister niet naar hem, Isabel.' Haar blik is verbijsterd op Sebastian gericht, maar haar ogen schieten heen en weer naar mij. 'Ga naar binnen en wacht daar. Ik zorg dat hij weggaat, beloofd.'
Ze is duidelijk in de war en haar blik blijft heen en weer gaan tussen Sebastian en mij.
'Hij heeft alleen maar interesse in die diamant, liefje,' begint Sebastian weer te raaskallen. 'Wees niet zo dom om hem te geloven.'
'Isabel, ga naar binnen.' Mijn toon is wat dwingender deze keer, omdat ik merk dat ze steeds meer begint te twijfelen. Ik besluit om tegen haar te liegen, maar puur en alleen om haar te beschermen. 'Ik weet niet eens over welke diamant hij het heeft.' Ik praat zacht, zodat Sebastian niet hoort wat ik tegen haar zeg. 'Ik zweer het. Geloof me, alsjeblieft.'
Ze blijft me voor een paar tellen aankijken - nog steeds vol twijfel - alsof ze probeert te peilen of ik wel of niet te vertrouwen ben. Ik kan nu alleen maar hopen dat ze in mijn leugens gelooft, want ik weet echt niet hoe ik zal reageren als ze nu bij me wegloopt en of ik dat wel kan accepteren.
Uiteindelijk maakt haar hoofd een klein knikje en ik voel een druk van mijn borstkas verdwijnen, als ze zich omdraait en richting de kajuit loopt. Ik geef Maya een commando dat ze haar moet volgen.
'Goed zo! Ga die diamant maar halen, liefje,' roept Sebastian haar na, volledig overtuigd dat hij Isabel in zijn macht heeft.
Ik wacht nog even, totdat ze binnen is en geheel uit ons zicht verdwenen is. Vervolgens breng ik mijn pistool weer in positie en begin ik te lopen, regelrecht op Sebastian af. Ik stop niet met lopen, wanneer de loop van mijn pistool zijn voorhoofd bereikt en ik dwing hem daardoor naar achteren.
Hij schrikt van mijn plotselinge bestorming en begint in een snel tempo achteruit te lopen. In een reflex laat hij Camila los en brengt hij zijn handen onschuldig omhoog, met het mes nog steeds in zijn linkerhand geklemd.
'Laat vallen,' sis ik naar hem.
Ik zie dat hij slikt en nog geen seconde later klettert het mes tegen de houten kade. 'Ik…'
'Bek dicht.' Ik hoef geen woord meer van hem te horen, want hij heeft al veel te veel gezegd. Mijn geduld was een paar minuten geleden al op, maar toen hield ik me nog in. 'Jij gaat nu vertrekken,' deel ik hem mede, terwijl ik nog steeds blijf lopen. Af en toe struikelt hij bijna, maar wonder boven wonder blijft hij overeind en loopt hij achteruit richting het begin van de kade. 'En je mag hopen dat dit de laatste keer is dat wij elkaar tegenkomen. De volgende keer kom je er niet levend mee weg. Begrepen?'
'Ja.' Zijn stem klinkt bijna piepend, doodsbang. Er is niets meer over van zijn arrogante houding van zojuist, want blijkbaar heeft hij nu gezien dat ik bloedserieus ben.
'Ga! Nu!'
Hij loopt nog een paar passen achteruit, voordat hij zich omdraait en in een rap tempo van de kade afloopt. Ik blijf staan tot hij uit mijn zicht verdwenen is, waardoor ik zie dat hij af en toe achterom kijkt.
'O, godzijdank!' hoor ik Camila opeens naast me. 'Ik dacht echt dat die gek mijn keel door ging snijden.'
Ze is nog dommer dan ik gedacht had. 'Voor jou geldt hetzelfde,' snauw ik naar haar. 'Je hebt je fucking bek open getrokken.' Ik hoef mijn pistool niet op haar te richten, want zij kent me inmiddels goed genoeg om aan mijn toon te horen hoe serieus ik ben. Ze kent me ook goed genoeg om te weten dat ze van geluk mag spreken, dat ze hier levend vandaan komt. 'Verdwijn.'

Wanneer ik de kajuit binnenloop, zit Isabel aangeslagen en nagelbijtend aan de eettafel. Maya zit vlak naast haar, haar nauwlettend in de gaten te houden, waarschijnlijk omdat ze het niet gewend is dat onbekenden alleen op mijn boot verblijven.
Ik knip met mijn vingers om Maya naar haar plek te verwijzen. 'Gaat het goed?' Ik leg mijn hand op haar schouder en haar spieren verharden meteen, omdat ze schrikt van mijn aanraking. 'Hij is weg.'
Ze geeft me een afwezig knikje en blijft verwoed op haar nagels kauwen, waardoor ik haar linkerhand vastpak en bij haar mond vandaan trek. Ze doet niets om mijn hand bij haar vandaan te krijgen en het lijkt alsof ze er niet helemaal bij is. Misschien maak ik misbruik van de situatie door haar vast te blijven houden, maar ik moet al de hele avond mijn best doen om mezelf ervan te weerhouden om haar aan te raken.
'Ik heb hem nog nooit zo gezien,' piept ze vervolgens met een zachte, trillende stem, terwijl ze haar hoofd herhaaldelijk heen en weer schudt. Haar blik is glazig en ergens naar buiten gericht. 'Ik wist helemaal niet dat hij… zo kon zijn. Hij leek helemaal doorgedraaid.' Ze friemelt nerveus met haar vrije hand aan een lok van haar oranje haren. 'Ik werd een beetje bang van hem.'
'Je hoeft niet bang te zijn. Je bent hier veilig,' stel ik haar gerust en ik strijk met mijn duim over de zachte huid aan de binnenkant van haar pols. Ik voel echter dat haar huid op bepaalde plekken niet zo zacht is en ik kijk vluchtig naar de plek waar mijn duim zich bevindt.
Littekens.
Haar pols wordt op meerdere plekken getekend door flinterdunne streepjes, die nog lichter zijn dan haar eigen huid. Het lijkt er verdacht veel op dat ze die zichzelf heeft toegebracht, al weet ik niet goed waarom ik dat denk.
Waarom zou ze in godsnaam zoiets doen?
'Jamie…' Haar stem klinkt schor en ze wurmt meteen haar hand los uit de mijne. De blik in haar amberkleurige ogen is argwanend. 'Hoe zit het met die diamant?'
Ik haal mijn schouders omhoog. 'Ik weet niets van een diamant,' blijf ik volhouden. 'Geen idee waar Sebastian het over had.'
'Waarom zou hij zoiets verzinnen?'
Ik haal nogmaals mijn schouders omhoog. 'Geen idee. Echt niet.'
Haar achterdocht is overduidelijk nog niet geheel verdwenen, maar ze besluit er gelukkig toch over op te houden. 'En waarom heb jij een pistool?'
'Om mezelf te beschermen.' Het is geen leugen, maar ik laat bewust wat details achterwege. Ze vindt het duidelijk vreemd dat ik een wapen bezit, waardoor ik vermoed dat de waarheid haar al helemaal laat schrikken — misschien zelfs laat vluchten. 'Dat is echt niet zo vreemd, aangezien ik regelmatig alleen op zee ben.'
'Oké…' Ze friemelt weer wat aan haar haren en wiebelt ongemakkelijk heen en weer. 'Denk je dat Sebastian nog terugkomt?'
Ik vermoed dat hij niet zo dom is om nog terug te komen - in ieder geval niet op dit moment - maar ik krijg opeens het idee om haar angst tegen haar te gebruiken. 'Ik denk dat die kans wel heel groot is,' zeg ik daarom. 'Misschien is het verstandig als we meteen vertrekken richting Miami. Dan kan hij je nergens vinden.'