HOOFDSTUK 1

Norah

Met mijn linkerhand graai ik door de zak Doritos Texas Paprika, terwijl ik met de duim van mijn rechterhand de engel-emoji aantik en verzend. Jordy heeft me net gevraagd wat ik aan heb en ik probeer te bedenken wat ik ga antwoorden. Niet de waarheid, in ieder geval. Hij hoeft niet te weten dat ik in mijn joggingbroek – die ik al twee dagen non-stop draag – en een oude trui van Mark op de bank zit. Die trui heb ik wel vanochtend pas aangetrokken, want ik voelde me een tikkeltje nostalgisch aangezien we vandaag tien jaar samen zouden zijn.
Dat stomme, nostalgische gevoel heeft er ook voor gezorgd dat ik nu aan het appen ben met iemand die ik helemaal niet ken. Ik besloot in een opwelling om Tinder te downloaden, nadat ik urenlang geen enkele reactie kreeg op het bericht dat ik vanochtend naar Mark heb gestuurd. Inmiddels kan ik het geen opwelling meer noemen, want ik ben al uren met dezelfde persoon aan het kletsen en als ik heel eerlijk ben vind ik het leuk om eindelijk weer eens gezien te worden. Ik voel me al een paar maanden onzichtbaar. Grotendeels omdat Mark me negeert, maar ook omdat ik mezelf verstop voor iedereen. Ik schaam me voor de situatie waarin ik zit, want ik had nooit verwacht dat mijn leven er zo uit zou zien. Ik dacht dat ik op mijn dertigste in een mooi huis zou wonen, met mijn man en kinderen en dat we samen gelukkig zouden zijn. Ik zou die moeder zijn die in de middag met koekjes en een glaasje ranja zou wachten tot de kinderen uit school kwamen om te horen hoe hun dag was en om half zes het eten klaar hebben, zodat Mark direct kon aanschuiven als hij uit zijn werk kwam.
In plaats daarvan zit ik nu moederziel alleen, een week voor mijn negenentwintigste verjaardag, in een flatje op zeven hoog in een wijk waar ik voorheen nog niet eens dood gevonden wilde worden. Er moet al een wonder plaatsvinden, wil ik mijn dromen nog vóór mijn dertigste waarmaken.
Of Mark moet bijdraaien en inzien dat hij de domste fout van zijn leven heeft gemaakt.
Dat is echter al vijf maanden, twee weken en zes dagen niet het geval en dus ben ik nu aan het appen met Jordy. Niet omdat ik ervan overtuigd ben dat hij mijn droomman is die me al die dingen binnen een jaar zal geven, maar omdat ik me alleen voel. Ik haat dat gevoel, want ik ben niet graag alleen. Ik denk ook dat ik er gewoon niet goed in ben of zo.
Maar goed, Jordy is dus wel een leuke afleiding. Hij is knap, aardig en het duurt nooit lang voordat hij reageert — in tegenstelling tot Mark. Nog belangrijker is dat hij echt iets te vertellen heeft. Hoewel onze gesprekken naarmate de dag vorderde steeds oppervlakkig werden, met hier en daar een seksueel getint grapje, hebben we eerder vandaag echt diepgaande gesprekken gevoerd over onze toekomstdromen en dat soort dingen.
Toch denk ik niet dat hij de ware voor mij is, want die titel draagt Mark nog steeds. Geloof me, ik weet hoe triest het klinkt dat ik hem na bijna een half jaar nog steeds niet los kan laten, maar ik kan er niets aan doen. Hij is het gewoon voor mij en tot nu toe is er nog geen andere man voorbij gekomen die ook maar een beetje aan hem kan tippen, ook Jordy niet. Ik heb ook niet echt gezocht of zo. Helemaal niet, zelfs.
Jordy vraagt me intussen of ik hem een foto door wil sturen, nadat ik hem heb gestuurd dat ik alleen een los shirt draag. Mark heeft me eens verteld dat mannen dat sexy vinden en ik moet er maar vanuit gaan dat dat klopt. Ik heb in de afgelopen tien jaar niet de kans gehad om het bij een andere man te checken, dus ik moet er maar vanuit gaan dat Mark representatief staat voor de gehele mannelijke samenleving.
Ik bijt op mijn lip en twijfel, want iets in mij wil in dit spelletje meegaan. Ik ben niet dom of zo en ik weet hoe onverstandig het is om een te sexy foto van jezelf te sturen naar een vreemde, maar ik zou er eentje kunnen verzenden waar alleen mijn lichaam op staat, zonder mijn gezicht.
Met een kleine, nerveuze kriebel in mijn buik kom ik overeind van de bank. Ik loop naar de slaapkamer die grenst aan mijn woonkamer en duw de joggingsbroek van mijn heupen als ik voor mijn kledingkast sta. In de grote spiegel die een van de deuren bedekt zie ik mezelf, in Marks trui en met opgezette, rode ogen van het huilen. Mijn lichtblonde haar is in een vette knot bovenop mijn hoofd bij elkaar gebonden en de donkere uitgroei reikt nu al bijna tot aan het elastiekje. Mijn haar zou menig kappershandjes doen jeuken, want het is droog, kapot en moet nodig bijgeverfd worden.
Helaas kan ik mijn gebruikelijke kapper nu echt niet meer betalen. Mijn breuk met Mark had namelijk ook als gevolg dat ik mijn baan binnen zijn bedrijf kwijtraakte. Ik had het geluk dat ik direct aan de slag kon als verkoopster in de kaas- en notenwinkel van mijn vader, maar dat verdient natuurlijk bij lange na niet genoeg om mijn oude levensstijl te bekostigen. Ik moet nu letterlijk al mijn dubbeltjes omdraaien, in de hoop dat er nog iets onder verstopt zit. Gelukkig verdien ik wat bij met mijn nieuwe bedrijfje, dat steeds beter begint te lopen, maar alle verdiensten die ik daar uit haal investeer ik tot nu toe in de groei van het bedrijf — iets wat ik van Mark heb geleerd.
Misschien moet ik toch maar eens wat geld opzij zetten voor een kappersbezoek, want dit ziet er niet uit.
In mijn hand trilt mijn telefoon en ik ga ervan uit dat het Jordy is – al hoop ik dat het Mark is – maar als ik mijn scherm ontgrendel zie ik dat het een bericht is van mijn vriendin Karlijn.

Karlijn: Houd volgende week vrijdagavond vrij, want Gabs en ik nemen je mee uiteten.

Ik rol met mijn ogen, want ik heb al zeker tien keer tegen mijn vriendinnen gezegd dat ik mijn verjaardag dit jaar niet wil vieren. Afgezien van het feit dat er helemaal niets te vieren valt, heb ik het volgende week ook veel te druk met een grote bestelling die ik zaterdagochtend af moet leveren. Waarschijnlijk ben ik tot vrijdagavond laat aan het bakken en glazuren, aangezien ik de rest van de week ingepland sta in de winkel.
Mijn telefoon trilt weer en ditmaal is het wel Jordy. Hij stuurt een paar vraagtekens. Lekker ongeduldig.
Ik kijk in de spiegel en trek Marks trui een stukje omhoog, zodat een deel van mijn buik wordt ontbloot. De laatste keer dat ik op de weegschaal ging staan was ik vijf kilo aangekomen en het zou me niet verbazen als dat er nu nog meer zijn. Mijn buik is niet meer strak, want ik moest mijn abonnement van de sportschool opzeggen en mijn eetgedrag is allesbehalve gezond. Mijn voeding bestaat veelal uit chips, worstenbroodjes en bamisoep, want ik zie er het nut niet van in om alleen voor mezelf te koken. Daarnaast heb ik het regelmatig te druk met het voorbereiden van alle bestellingen en snoep ik dan vaak van de taart- of cakeresten die over zijn.
Ik moet echt iets aan mezelf gaan doen, want dit vindt geen enkele man aantrekkelijk. Opeens voelt het ook niet meer als een goed idee om Jordy een foto te sturen. Of nou, het voelde eigenlijk nooit als een goed idee, het was meer… spannend of zo. Gelukkig besef ik op tijd dat ik mijn lichaam helemaal niet zo spannend is en laat de trui weer zakken, zodat mijn blubberbuikje weer bedekt is.
Ik pak de joggingbroek die in een hoopje naast me op de vloer ligt en trek hem weer aan, waardoor ik ook niet langer tegen de putjes in mijn bovenbenen aan hoef te kijken. Als ik terugloop naar de woonkamer spreek ik met mezelf af dat ik na het weekend iets aan mijn gezondheid ga doen… maar niet vandaag, besluit ik als ik de halflege zak Doritos van de bank gris en een drietal chipjes in mijn mond prop. De haatliefdeverhouding die ik met eten heb bestaat al zolang ik me kan herinneren en op dit moment wil ik me onderdompelen in de liefde die het me te bieden heeft, ook al weet ik dat ik mezelf later zal haten vanwege de keuzes die ik nu maak.
Mijn telefoon trilt weer en aangezien ik vermoed dat het ongeduldige Jordy is, haast ik me niet om op mijn scherm te kijken. Ik nestel me eerst weer op de tweedehandsbank die ik via Marktplaats op de kop kon tikken, prop nog een handvol van de driehoekvormige maïschips in mijn mond en pak luid kauwend mijn telefoon erbij.
Mijn mond valt stil als ik Marks naam zie staan en ik knipper een paar keer, om mezelf ervan te verzekeren dat mijn brein me niet voor de gek houdt. Het staat er echt. Mark, met een hartje achter zijn naam. Op het moment dat het besef echt tot me doordringt stopt mijn hart een paar seconden met kloppen, om vervolgens weer op gang te komen op een tempo dat zelfs een Duracell konijntje niet kan bijhouden.
O. Mijn. Hemel.
Hij heeft echt iets terug gestuurd. Natuurlijk hebben we wel eens contact gehad in de afgelopen maanden, maar dat ging vooral over praktische zaken, zoals de verdeling van onze spullen enzovoorts. In de laatste twee maanden was het daarom ook akelig stil, omdat er wat dat betreft niets meer te regelen valt. Tot vanochtend, want ik kon het niet laten om hem vandaag een bericht te sturen. Al die tijd heb ik me sterk gehouden en hem de ruimte gegeven die hij beweerde nodig te hebben, ook al is dat niet wat ik wil. Maar vandaag is een speciale dag voor ons allebei, ook al heeft hij een half jaar geleden een domme keuze gemaakt.
Gretig en een beetje nerveus veeg ik met mijn duim over het scherm.

Mark: Natuurlijk mis ik jou ook, Noor. Dit is voor mij ook niet gemakkelijk.

Hij mist me.
Halle-fucking-luja, hij mist me!
Het liefst rende ik nu naar mijn krakkemikkige balkon met serieus instortingsgevaar om dit letterlijk van de daken te schreeuwen, want dit is het beste nieuws dat ik in het afgelopen jaar heb ontvangen. Ik wist het wel, want het kan gewoonweg niet anders dan dat hij mist. In de tien jaar waarin we elkaar kennen waren we niet alleen geliefden, maar ook beste vrienden en we deden echt alles samen. Daarom vind ik het ook zo lastig om me aan te passen aan mijn nieuwe situatie, want ik ben het gewoon gewend om naast iemand te staan.
Snel tik ik een berichtje terug.

Norah: Ik ben zo blij iets van je te horen!
Norah: Hoe gaat het met je?
Norah: Ik heb vandaag de hele dag gejankt.

En Tinder gedownload, met een vreemde kerel gepraat en chips gevreten, maar die details laat ik achterwege. Ik kijk naar de zak Doritos, die er opeens een stuk minder aantrekkelijk uitziet en haat mezelf nu al dat ik me de hele dag heb volgepropt.
Dat ben ik echter snel vergeten als mijn telefoon weer trilt.
‘O…’ verzucht ik teleurgesteld, als ik zie dat de melding bovenin mijn scherm van Jordy komt en niet van Mark. Ik negeer zijn binnengekomen bericht en concentreer me op het balkje bovenin het gespreksvenster, zodat ik kan zien wanneer Mark online komt. Het duurt lang, achtentwintig minuten om precies te zijn, maar uiteindelijk verschijnen de verlossende woorden aan het typen…