Hoofdstuk 4
Noah
Het is alsof ik haar aanwezigheid voel voordat ik haar zie, maar ik wil niet meteen conclusies trekken op basis van slechts een gevoel. Wanneer ik mijn hoofd echter draai, kom ik tot de ontdekking dat Haley inderdaad achter me staat, in ’t Vosje’.
De verslagen blik in haar donkere ogen zorgt ervoor dat na één seconde blijdschap, mijn zintuigen meteen op scherp staan. Ondanks dat ik haar amper ken, is het voor mij duidelijk dat er iets aan de hand is.
'Wat is er?' vraag ik meteen, zonder haar te begroeten.
Ze slaat haar ogen neer en voor heel even denk ik dat ze geen antwoord zal geven. 'Ik kan mijn moeder nergens vinden,' mompelt ze vervolgens, zo zacht dat ik moeite moet doen om haar te verstaan. 'Ik ben al overal geweest, maar ik kan haar niet vinden.'
Ik heb met haar te doen… want ik weet als geen ander hoe het is om met het onvoorspelbare gedrag van een verslaafde ouder om te moeten gaan. Het is fucked up en voelt machteloos, maar soms is het goed om er enige afstand van te nemen — iets wat Haley overduidelijk nog niet heeft gedaan.
'Kom even zitten.' Ik trek de lege barkruk naast me naar achteren en klop met mijn vlakke hand op het houten zitvlak. Aangezien ik meteen een vertwijfelde blik krijg, voeg ik er aan toe: 'Je zegt net dat je overal geweest bent, dus je kunt nu verder niets meer doen. Je moet even wat stoom afblazen, Haley.'
Ze snuift lachend. 'Ik dacht dat je daar laatst iets anders mee bedoelde.'
Dat verbaast me niets, aangezien haar geile gedachten over stoom afblazen duidelijk van haar gezicht af te lezen waren. Toch houd ik me van de domme en vraag op schijnheilige toon: 'O, echt? Wat dan?'
Ze antwoordt op een soortgelijke schijnheilige wijze, door grinnikend haar schouders op te halen. 'Niets specifieks.'
'Daar geloof ik helemaal niets van,' antwoord ik grijnzend. Ik hef mijn hand omhoog naar Rachel en vraag haar iets te drinken voor Haley in te schenken. 'Doe maar iets van die zoete troep, die jij altijd drinkt,' laat ik haar weten.
Rachel wiebelt even met haar wenkbrauwen naar me, terwijl ze een onopvallende blik richting Haley werpt. Ze probeert me zonder woorden te vragen wie het meisje naast me is, maar ik schud mijn hoofd, als teken dat ze er nu niet over moet beginnen.
'Zoete troep?' vraagt Haley met een opgetrokken wenkbrauw, terwijl Rachel al aan de slag gaat met verschillende flessen drank. 'Ik moet je misschien waarschuwen dat ik vrij weinig kan hebben, dus het is niet verstandig om…'
'Wie heeft het over verstandig zijn?' onderbreek ik haar met een knipoog. 'Verstandig zijn en stoom afblazen gaat niet samen, dus laat het los.'
Ze slaat haar ogen neer en pulkt wat aan haar nagels. Rondom haar lippen verschijnt een wrang lachje. 'Ik ben niet zo goed in loslaten.'
'Daar is die zoete troep ook voor,' vertel ik haar, wanneer Rachel een longdrink-glas, gevuld met een of andere blauwgroen drankje, voor Haley’s neus - die ze afkeurend omhoog trekt - neerzet. Ik negeer haar gezichtsuitdrukking en tik met de rand van mijn halfvolle bierglas tegen haar glas. 'Proost.'
Misschien had ik haar iets serieuzer moeten nemen toen ze zei dat ze niet veel kon hebben, aangezien ze na twee glazen opeens veranderde in een look-a-like van haar moeder. Of, nou ja… zo erg is het nog net niet, maar ze is wel opeens behoorlijk los.
'Ga je me nog vertellen wie Bonnie St. Clair hier is?' vraagt Rachel, wanneer Haley verwikkeld is in een gesprek met Ray — een van de vaste bargasten, waarvan ik weet dat hij haar met geen vinger aan zal raken.
'Noem haar niet zo, Rach,' antwoord ik hoofdschuddend. Ik weet niet goed hoe ik haar vraag verder moet beantwoorden. 'Ze is gewoon… iemand.'
Haley prikt op dat moment net - hevig discussiërend - met haar wijsvinger in de schouder van Ray, net zoals haar moeder laatst bij mij deed. Misschien wordt het alsnog tijd om haar zometeen bij hem weg te halen, want ik kan het moeilijk verdragen dat ze de hele tijd aan hem zit.
'Gewoon iemand,' herhaalt Rachel lachend. 'Iemand die je vanavond mee naar huis neemt en daarna nooit meer wilt zien, of…' Ze trekt een wenkbrauw omhoog en kijkt me met een vragende blik aan.
Ik schud mijn hoofd en gooi het laatste restje van mijn bier achterover. 'Ik neem haar helemaal niet mee naar huis.' Het is de hele avond nog niet in me opgekomen om haar mee naar huis te nemen — niet in deze dronken toestand. 'Maar ik denk wel dat het tijd wordt om haar naar huis te brengen.' Ik schuif van mijn kruk en onderbreek de verhitte discussie van Ray en Haley. 'Kom, schoonheid, tijd om te gaan.'
'Schoonheid,' proest ze en haar prikkende wijsvinger verplaatst zich nu naar mijn schouder. 'Je moet écht stoppen met dat te zeggen.'
'Prima, lelijkerd,' reageer ik op een spottende toon. Ik pak haar hand vast - zodat ze me niet meer kan prikken - en trek haar van haar kruk. 'Ik ga je naar huis brengen.'
'Wat? Nee…' Ze trekt een kinderlijke pruillip en kijkt me met haar donkere, triestige ogen aan. 'Ik wil niet meer naar huis. Mijn oma… ze is stom.'
'Je woont bij je oma?' Eerlijk gezegd verbaast me dat niet eens, aangezien ik me niet kon voorstellen dat Chantal ergens een woning zou hebben, waar ze samen met Haley woont.
'Ja, maar ze heeft mijn moeder dus op straat gegooid…' Ze draait een rondje onder mijn arm door, als een of andere dronken ballerina. Het gedrag dat ze vertoont staat haaks op de woorden die uit haar mond komen, wat hoogstwaarschijnlijk door de alcohol veroorzaakt wordt. '… dus ik ga echt niet terug naar huis. Ze moet weten dat ik boos op haar ben.'
'Oké. Waar moet ik je dan naartoe brengen?'
'Nou…' Ze komt wat dichterbij en ik hoop echt dat ik die verleidelijke glimlach van haar verkeerd interpreteer. Ik weet namelijk niet of ik in staat ben om haar iets te weigeren — zelfs niet als ik vooraf al weet dat het zwaar onverstandig is. Ze legt haar kleine, schattige handjes tegen mijn borstkas en kijkt me vanonder haar lange, donkere wimpers aan met een blik die mijn pik laat trillen. 'Ik kan natuurlijk ook met jou meegaan.'
Fuck.
'Ik weet niet of dat een goed idee is,' gooi ik er maar meteen uit, voordat een ander orgaan - in plaats van mijn hersenen - het van me overneemt. Het is zo fucking verleidelijk, want ik wil niets liever dan haar mee naar huis nemen en haar… niet over nadenken.
Ze trekt wederom een pruillip, maar ditmaal is er niets kinderlijks aan. Ik heb haar overduidelijk gekwetst door dat op zo een botte toon eruit te gooien. 'O, nou… oké.'
'Haley…' zucht ik en ik draai een pluk van haar dikke, donkere haar om mijn wijsvinger. Ik ben behoorlijk in tweestrijd en heb ineens enorm veel spijt dat ik haar die zoete troep gegeven heb. Ik had haar beter een glaasje water aan kunnen bieden. Maar dan had ze nooit voorgesteld om met me mee naar huis te gaan. 'Je hebt te veel gedronken en ik wil geen misbruik van je maken.'
'Ik heb ook weer niet zo veel gedronken, hoor…' Ze giechelt en dat in combinatie met de ondeugende blik in haar pikzwarte ogen, vertellen me het tegenovergestelde van wat ze zelf beweert. Haar vingertoppen strelen over mijn shirt en ik sluit diep inademend mijn ogen, omdat ik abnormaal op de proef word gesteld op dit moment. 'Ik weet nog precíes wat ik doe.' Ze klauwt haar vingers in mijn shirt en trekt eraan, in een poging mijn hoofd naar beneden te dwingen. Voor heel even denk - of hoop - ik dat ze haar lippen op de mijne gaat drukken, maar dan beweegt ze haar mond richting mijn oor, waarin ze met de meest zwoele, sexy stem fluistert. 'Neem me mee, Noah, alsjeblieft…'